Voor ons verslag van de voorgaande dagen, klik hierboven op een van de menu-items


Klik op onderstaande links om direct naar de dag van je keuze te gaan
14-12 Hobart
15-12 Hobart
16-12 Bruny Island
17-12 het zuiden
18-12 Buchino
19-12 noordoost
20-12 Launceston
21-12 Tamar Valley
22-12 noordwest
23-12 Cradle Mountain
24-12 Gordon River
25-12 Mnt Field NP
26-12 Hobart

Dinsdag 14 december, Hobart

Om half 10 gingen we de lucht in met de nieuwe maatschappij Jet Star, geboekt voordat ze uberhaupt vlogen. Onder ons al gauw een prachtige kliffenkust ten zuiden van Sydney. Daarna kon je in het groene landschap verschillende plateaus zien liggen, die rondom eindigden in vertikale kliffen. Daar tussendoor slingerde een meanderende rivier. Eerst was er nog slechts een beetje bewolking, nu vliegen we over een aan een gesloten wolkendek. We zijn weer op weg naar een volgende halte in onze wereldreis. Het vasteland van Australie zien we straks nog maar één nacht terug, in Melbourne na de Kerst. De piloot zei net dat het in Hobert vandaag 14 graden is! Jemig, we zijn gewend aan drie keer zoveel! Nog geen anderhalf uur na vertrek landden we op Hobart International (jawel!) Airport. Ongeveer Texel airport: Zonder overkapping of slurf naar de ontvangsthal lopen, door de regen! Daarna bij de enige bagageband onze spullen halen (snel geregeld), langs veel tijdelijke houtwanden heen vanwege de verbouwing en bijna een uur op onze huurauto moeten wachten omdat we onze vlucht behoorlijk eerder vertrok dan origineel gepland. Dat uurtje was geen ramp: Even bekijken waar we terecht gekomen zijn en wat er allemaal te doen en te zien is: Dat is al ruim een half jaar geleden dat we met Tasmanië bezig zijn geweest dus alles moet even worden opgefrist.
We zijn eerst de stad eens ingelopen. Het is voor het eerst dat we in Australie kennis maken met tekort parkeerplaatsen, of slechts kort betaald parkeren. Gelukkig vonden we een parkeerplaats waar we langer konden staan. Daarna zijn we letterlijk gaan zigzaggen door het centrum heen. Veel boekwinkels hier, en ook veel mooi onderhouden, oude gevels. Lekker gelunched bij 4-lunch, waar ze mooi belegde sandwiches, heerlijke fruitsalades en superlekkere Nudies (vruchtensapjes) verkopen. Rond half 4 zijn we naar Avon Court gereden om onze bagage te dumpen. Het welkom was bijzonder vriendelijk. Shirley (een dappere dame met een enorm hoog kapsel) toonde ons de gratis wasmachines, de gescheiden afvalbakken en een plattegrond van deze wijk. Heel service gericht en een warm welkom. En toen op naar kamer 8: Onze mond viel open: Dit is niet alleen een kamer met keukentje, dit is een compleet huis! Een ruime gang, twee slaapkamers, een ruime badkamer en een échte woonkamer met eetkamertafel en bankstel én een balkon. Aan drie kanten uitzicht over de wijk en zelfs over het water van de haven ten oosten van Hobart.


Uitzicht over de Derwent River, klik op de foto voor een grotere foto

Rond 18.00 h zijn we eerst nog gaan wandelen door deze prachtige woonwijk. Prachtige huizen, zowel  koloniaal houten als modern strak met veel glas, hout en staal. Prachtige bloemvolle tuinen. Heel vreemd (maar ook leuk !) om opeens weer merels te horen zingen, maar dan wel in combinatie met kwetterende parkieten. Wandelen door een parkje met eikenbomen, maar ook weer met palmen. En in de tuinen en langs de straten veel bloemen als hele struiken belsjebloemen, stokrozen, geraniums en ongelooflijk veel soorten rozen, waaronder een supergrote dieprode, heerlijk ruikende rozen. Een aantal ‘historisch’ huizen en gebouwen van maximaal 150 jaar oud zoals een oude seinpost voor het waterverkeer. Een mooie Santa-met-echtgenote-poppendue voor een raam. En steeds dat prachtige uitzicht over het zeewater.


Hobart, zon, laaghangende wolken en regen wisselen elkaar in rap tempo af, klik op de foto voor meer foto's
Terug naar boven

Woensdag 15 December Hobart

Vandaag zijn we precies drie maanden op reis! Het weer toonde vriendelijk, half bewolkt en niet veel wind. Net even verderop is een echt snoepwinkeltje met allemaal glazen potten snoep voor de ramen, waaronder heel veel soorten drop (dutch style). Aan de hand van een wandeling in een folder over Battery Point zwalkten we door de wijk, mooie huizen en tuinen bekijken. Schone lucht, lekker fris en als de zon erbij kwam was het zelfs warm. Salamanca blijkt een aangename, upscale winkelstraat zijn met bevolkte terassen, mensen zitten uitgebreid te lunchen inclusief wijn. Stijlvol. Een winkel met allemaal Tasmaanse producten, waaronder houtsnijwerk (Huon-hout), honing, likeur, kelpdressing, sjems, wijnen, fudges en verschillende soorten mosterd, helemaal mijn hobby natuurlijk! We zijn vervolgens bij The Abel Tasman Fountain gaan kijken. Een oud-Nederlandse tekst op een plakette, twee schepen in een fonteintje, een beeld van Abel Tasman, twee plaquettes aangaande het bezoek van Beatrix en dat van een Schelde-koor en een platypus-beeldje op een van de trappen binnen de waterloop. Grappig, Nederlandse teksten ‘in den vreemde’. In de binnenhaven lag een groot cruise-schip, de Pacific Princess, er bleek zelfs een courtesy bus tussen de boot en het centrum heen en weer te rijden, big money voor de middenstand natuurlijk. Heerlijk lopen slenteren door de haven en gelunched op het terras van Fish Frenzy op Elisabeth Street Pier met uitzicht op de zeilboten in de haven. Fish & Chips in puntzak geserveerd (maar met een bord erbij), overheerlijke visfilé, inktvisringen (die wat stug waren) en Sint Jacobs schelpen. Met daarbij een overheerlijke Wellington Riesling (we hadden daar al flessen van zien liggen in het delicatessen-winkeltje). Ietwat rond-zoet maar toch met een citroen-frisje erin, paste prima bij de vis. Na de maaltijd maakten we een praatje met een Canadees die uit Ottawa helemaal hierheen is komen zeilen, via het Panama kanaal. Hij was nu 8 maanden onderweg. Even verderop staat een prachtige beeldengroep bij de binnenhaven aangaande de eerste Australiër die de winter op Antarctica heeft doorgebracht. De beeldengroep liep dóór naar het water, want op verschillende rotsen stonden nog koperen pinguins en zeeleeuwen.


Gevels aan de haven van Hobart, klik op de foto voor een grotere foto

We zijn met de auto naar Mount Wellington gereden, het was nu immers helder weer. Het is ongeveer 20 kilometer rijden om de 1260 meter hoogte te overbruggen over een slingerende weg door bosrijk gebied. Halverwege krijg je zicht op de Organ Pipes, orgelpijpen van Dolomiet-gesteente. Boven aangekomen stond er een harde, koude wind. Heide-achtige planten groeien tussen de vertikaal opstaande rotsen. De top moet behoorlijk breed zijn want er zijn diverse wandelpaden door de lage bossages en de heide-achtige velden. Het uitzicht is ongelooflijk mooi. Door de bewolking schuift er een vlekkenpatroon over het landschap: Hobart beneden ons, de haven, de Derwent River en de Stormy Bay in de verte, de vele landtongen, inhammen, eilanden en de steeds lichter blauw wordende schiereilanden in het oosten. Vanaf deze hoogte zie je veel zeilboten op het water, een dun wit schuimstreepje verraadt een speedboot. Boven op de top staat een zendmast en we lazen een bord dat aangeeft, dat je mogelijk problemen kunt ondervinden bij het afsluiten van je auto (inderdaad, de kofferbak niet open) en zelfs met het starten van je auto. De rotsen van deze berg ontstonden 170 miljoen jaar geleden, de berg zelf werd 100 miljoen jaar geleden gevormd. Aan de hand van uitlegborden kun je de hele omgeving benoemen: Cape Bruny in het zuiden, Mount Maria (Maria Island, 78 km verderop) in het oosten en zelfs Mount Ben Lomond in het noorden, 150 km verderop! Vanuit het westen naderden er donkere wolkenbanden maar we hebben het toch de hele tijd zonnig gehouden.


Uitzicht over Hobart vanaf Mnt Wellington, klik op de foto voor een grotere foto.

Eenmaal weer aangekomen op zeeniveau hebben we langs Sandy Beach nog een wandeling over het voetpad tussen de weg en het strand gemaakt. Het Wrest Point Hotel is een 12-kantige toren, die op elke hoek vanaf het dak een rij lichtjes had gespannen en halverwege hing een Santa te bungelen. Verlaten boothuisjes, dobberende zeilboten, joggende voorbijgangers, laag zonlicht. Aan de andere kant van de weg, op de rotsen, stond weer zo’n prachtige moderne woning met veel glas. Het bleek een Nederlands consulaat te zijn, de vlag stond te wapperen in de tuin. Een baantje met mooi uitzicht.


De terrasscene in Hobart, klik op de foto voor meer foto's
Terug naar boven

Donderdag 16 december, Bruny Island

We volgen vandaag The Huon Trail, die begint via de Sandy Bay Road en gaat langs de kust naar het zuiden. Het eerste stuk naar Kingston is slingerend door heuvelachtig en bosachtig gebeid met regelmatig prachtige uitzichten over het water. Om 11.00 h stonden we op de veerpont naar Bruny Island. We hadden bij de ‘boot terminal’ wat informatie over Bruny Island gehaald en besloten een rondrit te maken aan de hand van één van de stencils. 


Zicht vanaf de boot op de Entrecasteaux Channel, klik op de foto voor een grotere foto

Aangekomen op Roberts Point derhalve gingen we even verderop linksaf naar de noordelijke punt van het eiland. Al gauw reden we op de onverharde weg, kleine heuvels met bossen en weilanden, regelmatig schapen, af en toe een huis en heel vaak prachtige uitzichten over het water naar het vasteland en eilanden, inhammen en schiereilanden verderop. O ja, én katjesdropjes en dubbel-zout dropjes onder handbereik! Viskwekerijen op het water, een zwart-witte watervogel op hoge rode poten en gele wangen en ogen, papegaaien met gele en paarse veren en een ongelooflijke verzameling aan creatieve brievenbussen. Bij Dennes Point bleek de zee best wel choppy te zijn in de harde wind, hier geen beschutting meer van het land. Vanaf daar weer prachtige uitzichten over de eilanden, een vuurtoren op een klein eiland midden in het water en de steeds vager blauw wordende schiereilanden verderop. Glooiende weilanden die eindigen aan de zee. Geen strand, geen dijk, geen duinen, gewoon gras aan het water. Passerend vogelgezang door de openstaande autoramen, fruitkwekerijen met hun bomen onder enorme netten, heide-achtige struiken vól met kleine witte bloemen en prachtig lichtblauw zeewater.


zicht op Tasmanië vanaf Bruny Island, klik op de foto voor een grotere foto

The Neck, een smalle rij duinen tussen het Noord- en het Zuid Eiland is, ondanks de regen die toen op kwam zetten, práchtig om te zien. We gingen eerst kijken aan de oceaankant: Harde wind, striemende regen, prachtig lichtblauw zeewater met enorm brede golven, die een kolossale brede band van schuim produceerden als ze omvielen en een totaal verlaten strand. Er moeten hier ‘s avonds kleine pinguins en muttonbirds (bijzondere zeevogels) te zien zijn, maar nu was alles helemaal verlaten. Daarna zijn we het hoge duin opgeklommen, ik heb alle tredes maar niet geteld. Maar het uitzicht over de omgeving is ondanks het slechte weer fantástisch: De enorme banen van omvallende golven van lichtblauw zeewater aan de oceaankant, het rustige maar choppy water van de Isthmus Bay aan de andere kant van The Neck, de laaghangende bewoling, de groene heuvels van het vasteland van Tasmanë en het zuideiland recht voor ons. Vanaf daar is het nog geen kwartier rijden naar Adventure Bay.
We hebben op het Captain James cook Memorial Caravan Park een ietwat aftandse stakarrafan gehuurd. Deze camping ligt bijna aan het strand, je moet alleen nog even de smalle weg oversteken. En het blijkt op dit punt te zijn, waar Captain Cook aan wal is gegaan. Het is inderdaad ook een rustige, beschutte baai. Abel Tasman is hier in 1642 aan land gegaan, en Captain Cook was hier in 1777, op een van zijn latere reizen.
Hierna begon onze toer over het zuideiland. Eerst via Resolution Road, die brengt je regelrecht het regenwoud in. Twee wallabies hopten van de weg af het bos in. Enórme varens, dikke lagen mos in verschillende groentinten en super hoge bomen.  Gestreepte boombast laat in meterslange linten los, soms hangen ze als lianen boven de weg. Een overstekende, enorme egel met witte vlekken, een lange spitse snuit en lange pennen. Een uitzichtspunt tussen de bomen naar het noorden toe: Cape Queen Elizabeth, The Neck, de regengordijnen en in de verte de vaag-blauwe heuvels van Tasmanië. Vreemd zingende vogels. De Cloudy Bay Lagoon doet z’n naam eer aan met al die regengordijnen. Vreemde, nog niet eerder aangetroffen dracenia-achtige bomen en struiken. En onderweg zie je af en toe oud ijzer in de bossen naast de weg staan: Restanten van de vroegere houtkap industrie. We waren de enigen op het winderige strand van Whalebone Point aan de Cloudy Bay. Prachtige uitzichten op het duinachtige gebied aan het strand, de rotsen met hele kelpbedden ertussen en de groene heuvels met vertikale rotswanden naar de zee toe aan beide kanten van de baai. Bulderende golven, hoog opspattend schuim, zilte lucht, fantástisch ! Hele brede slierten kelp in de deinende kelpbedden tussen de rotsparijen lijken soms net op drakenruggen, die opdraaien en weer ondergaan in de golven. Metershoge schuimgordijnen knallen tegen de rotswanden van zowel de West Cloudy Head en de East Cloudy Head, die beiden als wachters aan de uiteindes van de baai staan. Een eindje gewandeld over een slingerend pad van houten planken door een gebied met wel een meter hoge, brede ‘gras’-sprieten, cornifeer-achtige varens en veel klaverbloemen. Regengordijnen boven de zee in de verte. Vervolgens terug richting noord, via Lunawanna (een piepklein dorp met wat verspreide huizen) en daarna over de Lighthouse Road weer naar het zuiden. Halverwege kon je door de bomen heen de smalle inlet tussen de baai en de Cloudy Bay Lagoon zien. Vanaf Mabel Lookout heb je een prachtig uitzicht naar het oosten, op de East Cloudy Beach Head, vertikaal de zee in met hoge golven woest tegen de losstaande rotsen beukend. Het uitzicht op de landtond met de vuurtoren erop is prachtig, een kale heuvel met twee huizen en een witte vuurtoren. Vreemde rode bloemen, die je hier eerst heel af en toe ziet, en rijdende naar de vuurtoren zie je ze opeens bij bosjes tegelijk.
We waren nog net op tijd om bij het wandelpad naar de vuurtoren te komen, om half zes gaat het hek dicht. De wandeling naar de hooggelegen vuurtoren is steil en winderig maar als je boven komt, krijgt de kneiterharde wind direct vat op je, we werden bijna uit on ze jas geblazen. Volgende stop is Antarctica, vertelt de folder. De stormachtige wind loeit rondom de vuurtoren, regengordijnen boven de oceaan worden van achteren verlicht door de zon, waardoor ze op noorderlicht lijken, smalle banen zonlicht op het water, vaag de contouren van Tasmanië in het westen, vertikale rotswanden met basalt-achtige pilaren, hoog opspattend schuim tegen de West Cloudy Head, wat is dít super om te zien! Teruggelopen in de luwte van de hoge rots, vreemde begroeiïng langs het steile pad, waaronder kale struiken met dennenappeltjes. Twee huizen, zonnepanelen voor de moderne vuurtoren, die een rotspunt verderop staat, en een uitlegbord over het eenzame en harde leven van de eerste vuurtorenwachter met zijn gezin van 12 kinderen. We moesten het hek nog even open doen om weg te kunnen rijden en gingen toen via Lunawanna (drooggevallen zandplaten bij het strand) naar Alonnah.


The Neck tussen het noordelijke en zuidelijke deel van Bruny Island, klik op de foto voor meer foto's
Terug naar boven

Vrijdag 17 december, Zuid Tasmanië

Bij ons vertrek hebben we nog even bij het paaltje aan het strand gekeken, dat hier is neergezet ten teken dat Captain Cook en Abel Tasman daarvóór hier aan land zijn gegaan. Even verderop zijn we op het strand gaan kijken omdat het zo’n prachtig gezicht is, de bomen gaan door tot op het strand. Een hele gedraaide sliert kelp ligt als een zeedraak op het strand, de bladeren voelen als dikke platen glad, glanzend rubber. Het zeewater is ongelooflijk helder lichtblauw als de golf nét omvalt. Bij de parkeerplaats net voor The Neck zagen we Yellow Tailed Black Cockatoos in de boom. We konden valk onder eentje stoppen, je hoorde z’n grote bek aan de boomvruchten peuzelen. Wát een prachtige, en grote vogels. In het water van de Ishtmus Bay lagen hele kuddes zwarte zwanen. En omdat het weer nu een stuk beter was dan gisteren, beklommen we voor de tweede keer de 236 tredes naar de top van het duin. Mount Wellington was in het noorden duidelijk te zien. Zonnevlek-ken op het water kleurden de zee prachtig licht blauw. Met de pont in aantocht hebben we nog een tijdje bij vissers op de pier staan kijken. Wat is dit een helder water zeg, je kijkt zó langs de kadepalen naar beneden en op het hout kun je allerlei wieren, mossel- en oesterschelpen zien. Dat toont als als een duikstek ! De vissers ondertussen vingen de ene na de andere vis, waaronder een ‘flathead’ een vreemde platten, bruinige vis met verschillende waaiers van vinnen. Moet erg lekker zijn volgens de heren.
Net voorbij Woodbridge bezochten we de Grand View Cheesery. We werden te woord gestaan door een ietwat érg aanwezig maar zeker enthousiaste twintiger, wiens moeder de kaasmaker is. Je kon een wildtrappetje aan de buitenkant van het gebouw zien, de schapen worden één keer per dag gemolken. Een blik in de blinkend schone productieruimte, een mooie houten counter met verschillende schapenkazen die je kon proeven met als laatste een stukje Quince pasta: Quince is een peerachtige vrucht waarvan ze een soort gelei hebben gemaakt. De pittige blauwe kaassmaak is accuut uit je mond verdwenen. Wat een prachtige combinatie.
Bij Gordon hebben we een lunchpauze gehouden op een kleine parkeer- annex campingplaats aan het strand. Picknick tafels, bbq’s en een toiletgebouwtje, en veel schaduwrijke bomen. We zijn aan een picknicktafel aan het kiezelstrand gaan zitten, in de schaduw is het net te fris maar in de zon voel je de kracht door het windje heen. Het water is hartstikke helder, het blauw van de lucht en het Channel zijn prachtig en het groen van de omliggende heuvels contrasteert mooi.


The Neck op Bruny Island, klik op de foto voor een grotere foto

Bij Gordon hebben we een lunchpauze gehouden op een kleine parkeer- annex campingplaats aan het strand. Picknick tafels, bbq’s en een toiletgebouwtje, en veel schaduwrijke bomen. We zijn aan een picknicktafel aan het kiezelstrand gaan zitten, in de schaduw is het net te fris maar in de zon voel je de kracht door het windje heen. Wederom een hoge UV-waarschuwing voor vandaag trouwens. Het water is hartstikke helder, het blauw van de lucht en het Channel zijn prachtig en het groen van de omliggende heuvels contrasteert mooi.
Vanaf Huonville rijden we naar het zuiden langs de brede outlet van de Huon River. We waren op weg naar Geeveston, waar we het tourist center (dat tevens het Forest & Heritage Centre bevat) bezochten om kaartjes te kopen voor het Tahune Forest Reserve. Vanaf daar rij je door dikke bossen met enorme varens. Regelmatig bordjes met re-forrestation informatie, die aangeven wanneer er kaalslag heeft plaatsgevonden. In de zestiger en zeventiger jaren zijn hele hellingen kaalgehakt en nu zijn ze weer groen, dat is zo ongeveer de strekking van het verhaal, dat de houtindustrie hiermee afgeeft. Ook het Tahune park zelf blijkt van de houtindustrie te zijn, hetgeen een ietwat bitter bijsmaakje geeft. Er staan daar inderdaad nog een paar oude, kolossale bomen, maar je moet wel bedenken dat dat net die paar zijn, die ze hebben laten staan. De Huon River, die er stroomt, heeft inderdaad bruin maar helder water. Er staat een beste stroming en bij de brug stond een foto van de overstroming van augustus 2003: Het water stond toen zeker een meter boven de brugleuning ! De wandeling over de hooggelegen (25 tot 40 meter hoog) en 570 meter lange treewalk is de langste in de wereld. Je loopt tussen de oudste bomen op halve hoogte door, de jongere bomen en de enorme varens kun je vanaf hier prachtig bekijken. Het laatste puntje hangt ‘vrij’ in de lucht dus dat wiebelt aan alle kanten. Het uitzicht op de splitsing in de Huon River echter is enorm.


Uitzicht over de Huon River, klik op de foto voor een grotere foto

Helaas staan er langs de (op de grond gelegen) wandelingen veel dezelfde bordjes, zoals bij de Native Laurel, die zijn we wel 5 keer tegengekomen. Toch is het zeker informatief om te lezen over de Sassafras, de Leatherwood (bijen die de bloemen van deze boom bezoeken maken leatherwood honey, dat uniek is voor Tasmanië) en de meest unieke boom hier, de Huon Pine. Het viel ons op dat we hier maar af en toe een vogel horen. Het lage zonlicht scheerde prachtig door de lage ondergroei. Langs de rivier met z’n kabbelende water, met regelmatig Huon Pines, we kwamen amper iemand tegen en hier en daar stond een bord met uitleg. De Huon Pines kunnen duizenden jaren oud worden en ze blijken een van de oudste bomen ter wereld te zijn: Er zijn fossiele pollen gevonden van 135 miljoen jaar geleden, toen Australie nog op Gondwanaland meedreef.
Nadat we het park hadden bezocht zijn we op de terugweg naar Geeveston nog twee keer gestopt langs de weg. De eerste keer hadden we een ongelooflijk uitzicht over een vallei met aan de overkant wel hónderden fantrees (varenbomen). Het leek of je zó de prehistorie inkeek, alleen de dinosauriërs ontbraken nog. De tweede stop was bij de grootste boom van Australië. Het is een Eucalyptus Regnan, hij is met 405 ton de grootste, zwaarste boom, hij is 87 meter hoog, 21 meter rondom en ongeveer 350 jaar oud.


de grootste boom van Australië, klik op de foto voor een grotere foto

Er stond uitleg bij dat eucalyptussen in feite wíllen branden ten behoeve van hun voortbestaan: De slierten boombast houden ze zo lang mogelijk vast om voldoende brandbare undergrowth te hebben en op hete dagen scheiden de bladeren brandbaar gas af (waardoor in eucalyptusgebieden de lucht ietwat blauw toont), ze bevorderen hiermee in feite de bosbranden.


met ontzag kijk je omhoog, klik op de foto voor meer foto's
Terug naar boven

Zaterdag 18 december, Buchino

We hoorden dat het vandaag 30 graden gaat worden en morgen slechts 19 graden! Ook zijn er berichten dat het zondag, maandag en dinsdag de hele dag gaat regenen. De rit naar Hobart verliep rustig door het glooiende landschap, vervolgens kom je over een 6 baans weg Hobart binnendenderen. We hadden drukte verwacht omdat je dwars door het centrum rijdt en op zaterdag de Salamanca markt wordt gehouden, maar dat viel alles mee. Met een rustig gangetje reden we door het niet overvolle centrum, sloegen bij de Royal Botanical gardens linksaf om de grote brug over te gaan en vanaf daar richting vliegveld en Sorell. Voordat je Sorell bereikt ga je eerst over een enorm lange brug over het Pitt Water. In Sorell zelf begon het al bewolkt te raken, we hebben daar nog wat boodschappen gedaan en hebben langs de kant van de weg even zitten picknicken. Richting Orford, dat weer aan de kust ligt, passeerden we heuvels met bossen en grasvelden, dan weer een soepele weg door een dal, dan weer een slingerweg langs de heuvelhellingen naar boven en weer naar beneden. Alhoewel het er erg Europees uitziet, vliegen hier wel weer Yellow Tailed Black Cockatoos over! Grote vogels zijn dat zeg. Veel wilde bloemen langs de rijbanen.
Vanaf Orford een mooi uitzicht op Maria Island vlak voor de kust. Voorbij Little Swanport krijg je uitzicht op Schouten Island en de Schouten Passage tussen het eiland en Freycinet Peninsula. Zilte lucht, helder zeewater, dennenbomen en plaatbewolking met hier en daar gaten met blauwe lucht. De schapen in de weilanden vallen amper op in het gelige gras, zelf zijn ze ietwat grijzig van kleur en lijken vanuit de verte net op rotsblokken of stukken dode boom. Even verderop staat de Spikey Bridge, een soort leistenen brug uit 1841, die toentertijd gemaakt is door gevangen. Boven op de ‘brugleuning’ staan scherpe leistenen stekels rechtop, niemand weet meer waarom die scherpe dingen daar neergezet zijn.
Zo’n 11 km voor Bicheno namen we de afslag naar Coles Bay, aan de drie roze Hazards (drie grote granieten bergtoppen) kon je zien dat we het dorp naderden. We bezochten eerst het visitor center van het Freycinet National Park om ons te orienteren op mogelijke wandelingen en het weer voor morgen. Daarna gingen we picknicken op de rotsen op het strand. Wat een prachtig helder zeewater hebben ze hier. Mooi uitzichtop de Hazards. Toen de zon er bij kwam hebben we nog gauw een paar kerstmuts foto’s gemaakt. In de bossages achter ons zagen we papegaaien en jonkies, ook zagen we jonge Kookaburras. We zijn daar een hele tijd met de camera en de verrekijker op ‘vogeljacht’ geweest. We zagen ook een vreemde vogel (letterlijk) met rare oranje ‘fliebers’ aan z’n wangen, net als haantjes hebben. We zijn daarna naar de Friendly Beaches gereden, die liggen aan de weg terug richting Bicheno. Een korte ongeasfalteerde weg door het bos, slingerend tussen de bomen door, een Wallaby op de parkeerplaats, een ongelooflijk wit strand en een helder lichtblauwe zee. Wauw, al die turquise tinten van dit water.
We besloten voor de avondmaaltijd een take-away te halen bij de visboer, we zitten ten slotte aan de kust. Paul ging voor een Flathead, de vreemde vis die we op de pier van de ferry van Bruny Island hadden gezien, ik ging voor de Trevalla. De Flathead is super mals en smaakt echt zilt, de Trevalla is een heel stevige, bijna stugge vis met een vlezige, vezelige structuur. En dat inclusief baal patat op te eten vanaf het papier ! Een keurig bakje salade erbij om al dat vet te compenseren.
Om 21:30 h stonden we bij de surfshop, het regende een paar spatjes maar het was niet echt koud. Het blijkt uitstekend te zijn georganiseerd want we kregen te horen dat het busje er over enkele minuten zou zijn en dat was ook het geval. Bij elk hotel dat we daarna nog aandeden meldde de chauffeur aan de surfshop wie hij opgehaald had.  Het was maar kort rijden naar een duinachtig gebied net buiten het dorp. Langs de wandelpaden stonden kleine, zacht oranje schijnende lampen en de lichtjes van de eerste huizen van het dorp waren niet ver weg. We werden opgevangen door Jason die ons met twee zaklantaarns voorging richting de kust. Maar zelfs onderweg op het wandelpad zagen we al de eerste Fairy Pinguins. Het is de kleinste soort ter wereld en ze zijn te vinden aan de zuidkust van Australie, hier en in Nieuw Zeeland. Ze zwemmen dagelijks 140 km (!) om voer te vinden en nemen al drijvende een ‘power’ slaapje van 30 seconden. ‘s Avonds komen ze weer aan land en gaan in groepen over het strand en over de rotsen naar het duingebied. Deze hele kolonie is al gewend aan deze tours, de tours worden nu al 13 jaar gehouden. Het bedrijf heeft dit  hele stuk duin gekocht zodat er geen mensen kunnen komen alleen maar tijdens de rondwandelingen 's avonds, waardoor de pinguins beschermd blijven, ook tegen honden. Toen ze met de wandelingen begonnen waren er 40 broedende paren, nu zijn er rond de 1500. De nesten, waarvan de oudsten langs het strand al honderden jaren oud zijn, omdat elke generatie jongen terug komt naar zijn geboortenest, lopen nu al over het hele duingebied heen tot aan de voet van de heuvel aan de andere kant van de weg. Overal hoorde je de geluiden van pinguins, ook van parende pinguins, die doen dat nogal luidruchtig. Jason vertelde dat sommige bewoners klagen over het kabaal van de vogels. Ook konijnenholen worden door  pinguins ingepikt. Ze hebben de helft van hun lichaamsgewicht per dag nodig aan voer, dus de ouders moeten enorm werken om hun snel groeiende jongen van voldoende vis te vooerzien. Wat een hoog aaibaarheidsgehalte hebben deze pinguins ! Ze liepen overal, en vlak langs onze benen. Jason scheen met zijn zaklantaarns naar de groepen pinguins die vanaf het strand naderden, ze mosten over rotsblokjes en trappen naar boven springen. Jason toonde een paar kisten waarin nesten waren gemaakt, vertelde over de teken die in de luchtlaag onder de veren zelfs in het zeewater een hele week in leven kunnen blijven, over de duizenden veren die dagelijks ingevet moeten worden, over het  tot 2 meter ver kunnen poepen van de pinguins en over het feit dat de jongen de ouders het nest uit proberen te schoppen als ze na een jaar weer terugkeren naar hun geboortegrond. Er bleek één pinguin al 4 jaar een vijfsterren-accomodatie te hebben aan het strand, niet in een grondhol maar tussen twee horizontale rotsplaten in, roofgarden, first class view, hij wordt dan ook Rupert genoemd. Op de rand van de duinbegroeiing en het zand stond een klein hek, het was een ‘midden’ een plaats waar aboriginals eeuwen lang vis- en schelpdieren hebben gegeten. Al die hopen schelpen zijn nu beschermd gebied voor mensen, maar de pinguins lopen er vrij rond dus de schelpen waren over een behoorlijk gebied verspreid geraakt.


Fairy Pinguins net terug van een dag vissen, klik op de foto voor meer foto's
Terug naar boven

Zondag 19 december, Noord-oost Tasmanië

Om 10.00 h stonden we al ingepakt en wel op het strand van Bicheno, even kijken: Hóge golven breken op de rotsen, een enorme swell waardoor de vissersboten even verderop heftig aan het dobberen waren, een klein hagelwit strand. Gister was op het nieuws een windwaarschuwing voor het hele eiland, het waaide inderdaad behoorlijk maar met zonnig weer en een aangename temperatuur toont dat niet zo heftig. En inderdaad is even verderop Diamond Island te zien, dat je met eb te voet kunt bereiken. Er ligt een zandbank tussen het pinguin gebied en het eiland, dat nu alleen op het hoogste punt nog droog lag.
Ter plekke besloten we te gaan kijken in Natureworld, een soort open dierentuin niet ver ten noorden van Bicheno. Het leek in eerste instantie een hoog vrijwilligersgehalte te hebben maar gaandeweg bleek het toch werkelijk heel mooi in elkaar te zitten. Ze hebben gewoon het hele gebied volledig in tact gelaten, met alle bomen en struiken en met de lagune en kleine waterwegen, en hebben daarbinnen en omheen het park aangelegd. We zagen er onze eerste levende Tasmanian Devil, hij lag eerst te slapen maar werd wakker van wat lawaai. Hij had het zweet op z’n neusje staan want hij lag in de zon. Na een kleine rondwandeling ging hij weer terug in zijn hok om nu in de schaduw verder te slapen. Een grote voliere waar je tussen de vogels doroloopt, een witte pauw met  jonkies en Kookaburras en Frog mouths, fel en uitbundig gekleurde Rainbow Karrakeets. Wallabies, Kangeroos, herten (ook een echte Bambie), diverse soorten eenden, ganzen, zwarte zwanen, alles liep er vrij en door elkaar heen. De wallabies kwamen nieuwsgierig op je af omdat je ze mag voeren. Je kon ze aaien, zóóóó leuk ! Verschillende Suberb Blue Wrens gezien. Mooi gephotoshopte displays trouwens: Met een bosfoto met vogels, een watergebied met watervogels enz. Een hele wandeling door een klein bosgebied langs een stroompje richting de lagune gemaakt, duidelijke displays bij bomen en struiken. Het blijkt dat grote grasstrees wel 500 jaar oud zijn, want ze groeien maar 1 mm per jaar ! En de dikke ‘denneachtige’ varens heten Bracken, Ze blijken het eerste op te komen na bosbranden en zijn goed tegen insectenbeten, dat heb ik meteen even uitgeprobeerd. Ook kan er thee van worden getrokken tegen reuma maar is het weer giftig voor schapen en koeien. Verderop waren een paar hokken, omhekte grasgebiedjes, waar we Bluetongue-Lizzards zegen en Tasmanian Tiger Snakes (één slangebeet kan 20 mensen ombrengen, wat mij betreft kan dat hek niet dik en hoog genoeg zijn!). Een paarsen bremstruik rook ongelooflijk zoet. Verderop op het strand waren restanten van een oude kolenmijn te bezoeken. De grijze Cape Barren Gooses knorren als een varken, er komen 10 paren elk jaar terug naar dit gebied om te broeden. Een mooi beschermd gebied dus ! Het is jammer dat ik zelf geen camera heb, want Paul liep wat verder om ze te fotograferen, zat er op z’n hurken en even later was ‘ie helemaal omsingeld door de groep ganzen die ‘m nieuwsgierig opnamen.  Even verderop waren de koala’s ook niet echt in een kooi maar in een omhekt gebied. Wat een hoge aaibaarheidsfactor hebben ze toch! Een jonge koala zat rustig z’n verse eucalyptusblaadjes te peuzelen, klauwtjes  grepen naar de volgende takjes, slechts enige verbazing toen een eend met veel kabaal over de grond wegrenden maar ging vervolgens onverstoorbaar weer verder met eten. Een andere koala had z’n hele lichaamsgewicht naar voren tegen een tak hangen en zat te slapen. Een moeder-koala liep rond met een kleintje al slapende aan haar buik te hangen. Hij wiebelde heen en weer toen ze over de grond liep. Daarna spróng ze tegen de paal op en klom over een horizontaal liggende paal verder. Toen werd het waarschijnlijk te heftig en klom het jong naar haar rug. We hebben wel een kwartier staan kijken naar die prachtige diertjes.
We reden eerst nog langs de kust en namen daarna de d-tour via St. Marys. Je duikt dan meteen de bergen in met een ontzettende slingerweg door bossen en langs steile rotswanden. In heel St. Marys, prachtig in de zon gelegen en omgeven door bossen, zagen we maar drie kinderen. Maar er stonden wel veel auto’s bij de kerk. Daarna ging de weg weer net zo slingerend door het bos heen weer naar beneden naar zeeniveau. Bij Scamander passeerden we een brede riviermonding met wit zand en een laagje helder water daaroverheen, op zee hoge golven met tegenwind, lage duinen, lage bomen, lage huizen, echt een duindorp, zwarte zwamen in een lagune links van de weg. Net ten noorden van Beaumaris zijn we even naar het strand gegaan: Hoge golven met tegenwind, het schuim bovenop de golven wordt in fantastische witte waaiers naar achteren geblazen. Ongelooflijk al die turquoise tinten hier, grote schuimgordijnen van de golven die op de zwarte rotsen beuken, surfers verderop die op zee dobberen, wachtend op de volgende grote golf, vreemde verse wattenbol-baan-wolken in de verte, snel opkomend tij dat steeds sneller de zandkom achter de rotsen opvult en de zon die op m’n schouders brandt. St. Helens blijkt een groter plaatsje te zijn met een prachtig versierd huis bij de afslag naar het noordwesten toe. Regelmatig heel creatieve brievenbussen langs kleine weggetjes het bos is. Dan reden we weer de heuvels in, dan weer vlakke delen door weilanden omgeven door beboste heuvels.


De bergen en dalen van noord-oost Tasmanië, klik op de foto voor een grotere foto

Bij Little Plain Lookout een mooi uitzicht over de vele groentinten van het landschap, maar we stonden al een stuk hoger dan zeeniveau en de zon was even weg achter een wolkendek: Koud !!


Zicht op het noord-oosten van Tasmanië, klik op de foto voor een grotere foto

Bij het Weldborough Pass Scenic Reserve zijn we uitgestapt voor een kleine wandeling door een gematigd regenwoud. Ongelooflijk, je stapt van de doorgaande weg zó het regenwoud in, ineens sta je in een intens groene wereld, alles dicht begroeid overweldigend groen. Ongelooflijk hoge (en dus honderden jaren oude) varenbomen. Een soort ‘vertelling’ van Grandma Myrtle en haar Pangaea Tale. Over de regenwouden van vele eeuwen geleden, over de verdwijnende regenwouden van tegenwoordig. Het is een wandeling van een kwartier of zo maar hij was práchtig, zó dicht begroeid als alles hier was.


Grandpa Myrtle, klik op de foto voor een grotere foto

Na Branxholm  werd het landschap glooiender dan de heftige korte steile hellingen en het scherpe bochtenwerk van de heuvels. De uitzichten werden weidser, meer weilanden en ook meer een doorgaande weg dan de smalle bochtige bergwegen. Bij Scottsdale zagen we het Forest Centre nog staan, een soort scheefstaande, afgezaagde boomstronk maar dan op Visitor Centre formaat. Af en toe een beetje regen, en dan sloeg de damp van het wegdek af, mooi gezicht met tegenlicht ! We hebben een aantal keer egels langs de weg zien schuivelen en net voor Launceston zagen we een hele rij populieren in een weiland staan, wat toont dat Europees zeg. Later zagen we nog veel meer populieren. Lauceston zelf toonde keurig onderhouden, koloniaal en helder in het zonlicht.


Ons laatste zicht op de oostelijke kust van Tasmanië, klik op de foto voor meer foto's
Terug naar boven

Maandag 20 december, Launceston

We namen de bus naar de stad. Protea-struiken, citroenbomen en verse broodgeuren bij de bushalte. Het was een korte rit naar het centrum vanaf Talbot Street met prachtige uitzichten over deze heuvelachtige stad: Kleine korte en steile hellingen en prachtige deels houten, deels stenen huizen in de meest prachtige pastellen kleurencombinaties, statige bomen, uitzicht op de rivier in de verte, heuvels rondom en bergen in de verte, smaakvol en sfeervol allemaal. In de stad overal mooie koloniale gebouwen, veelkleurig beschilderd, overal kerstversiering en hier en daar hoorde je kerstmuzak. Ik vond zelfs nog een Santa-werkplaats, waar de oude heer zelf op een stoel zat, waarschijnlijk voor foto’s met kinderen. Daarna bezochten we het winkeltje even verderop, waar ik zakjes gemengde drop had gezien. Even onze ‘verslaving’ aangevuld dus plus een grote pot Leatherwoon honing gekocht Verder nog meer heerlijkheden gezien als Droste chocolade, fudgets. Daarna een heerlijk broodje mét Tasmanisch vruchtensapje op een terras gevolgd door een wandeling rond het riviergebeuren, mooi aangelegde grasvelden, geurende rozenperkjes, een enorme betonnen wand tegen overstromingen, dat meteen was omgetoverd in een aangenaam evenemententerrein met boardwalk en uitzicht op zeilboten in de haven.


De haven en in het midden de riviermond van de de Gorge, klik op de foto voor een grotere foto

Alleen: Toen we terug liepen naar het centrum en bij een bushalte de volgende bus naar ons motel wilden nemen bleek, dat er na kwart over 6 geen enkele bus meer rijdt, erger nog, de bus die naar Puchbowl Road rijdt, stopt er even over 5 uur al mee! De enige mogelijkheid was een taxi, en die stonden al klaar natuurlijk. We zijn daarna naar het Cataract gereden. De stoeltjeslift werkt natuurlijk al niet meer, het is na zessen, maar in het park is er nog volk voldoende: Het zwembad wordt nog volop gebruikt, hele groepen zitten te barbequen, mensen liggen in de lage zon nog op het grasveld, een groep oudere heren doet dapper buikspieroefeningen en twee sterke jerkes zwemmen in het koude water van het meer. Wat wordt er hier veel meer buiten geleefd ! Een kleinde wandeling langs het cataract en over de hangbrug gemaakt. Gezien de rotspartijen kan het water uit het stuwmeer hier fors naar beneden denderen. Even verderop sprong een donkerbruine quall voor ons het bos weer in.


Een van de mooie gevels in Launceston, klik op de foto voor meer foto's
Terug naar boven

Dinsdag 21 december, Tamar Valley

Het begin van de zomer hier! En wakker worden  met merelgezang. We zitten hier leuk, midden in een woonwijk en geen kabaal van verkeer omdat het motel een blok van de doorgaande weg af zit. De dame met de lange nagels van de receptie (zeer aanwezig maar erg aardig) wenste me nog ‘have a nice trip darling’ dus de dag begon al goed! Toen we tankten stonden we naast een auto bómvol kerstkadootjes. Onze planning voor vandaag is om vanavond in Devonport te zijn, de route daar naartoe gaat via de oostelijke oever van de Tamar River.
Vanaf Dilston vielen alle roze afvalbakken langs de weg op, dat is weer eens wat anders dan groen of grijs. Het was half bewolkt en we hadden prachtige uitzichten over het heuvelachtige landschap met z’n vele soorten groen aan bossen, akkerbouwvelden en weilanden. De rivier is niet bedijkt dus er ligt een strook van een soort wetlands / rietvelden langs de rand waar veel watervogels zijn. Daarna een by-way van de doorgaande weg af via Windermere waarbij de je rivieroever zoveel mogelijk volgt, maar dan over een niet-geasfalteerde weg. Bij Hillwood bezochten we de Strawberry Farm, waarbij PYO staat voor pick your own, dus zelf plukken. En inderdaad, er kwamen heel wat mensen die een bakje pakten en de velden in gingen.
In Beauty Point aan de westzijde van de Tamar River bezochten we het Platypus House en Seahorse World. In het Platypus House (ze zijn nog maar net een jaar open) hadden ze vier platypusses, twee mannetjes en twee vrouwtjes en ze hopen dat een koppeltje gauw jongen zal voortbrengen, dat zou een uniekum zijn. Een vrouwtje is wel bezig met het maken van een nest. De mannetjes schijnen een stoort sting te hebben, die redelijk giftig is voor mensen. Als die in je arm geslagen wordt kun je daar nog 5 jaar last van  hebben. Het is ook het enige zoogdier dat giftig is. De jonkies worden ‘puggles’ genoemd. Een gewoon nest om te rusten is 4 meter lang, en een nest voor jongen kan tot 35 meter lang worden. De moedermelk moet moddervet zijn, de moeder moet tijdens het zogen per dag 50 % van haar lichaamsgewicht eten om zulke melk te maken. Er worden dan een of twee eieren gelegd, die in 6 dagen uitkomen en dan duurt het nog 4 maanden voordat de jonkies uit het nest komn om te zwemmen. Het blijken ontzéttend speelse diertjes te zijn, continue in beweging, aan het spelen met restanten yabbies en zwemmen door holle boomstammen en het ‘stofzuigen’ van de grindbomen. Op Kings Island blijken de Pigmae Platypusses te leven, dat is de kleinste soort ter wereld. De mannetjes zijn ongeveer 1 pond zwaarder dan de vrouwtjes en de Tasmaanse platypusses zijn weer wat groter dan de diertjes op het vasteland. Ze zwemmen trouwens met de ogen en oren dicht onder water en houden hun adem in (het zijn immers zoogdieren) maar ze hebben receptors op de voorkant van hun bek om hun voedsel te kunnen localiseren. Ze kregen wormen en yabbies gevoerd. Yabbies zijn levende kreeftachtigen, die hier een pest zijn omdat ze origineel niet voorkomen op Tasmanie. Het werd helemaal verantwoord dat dit bedrijf toestemming heef om ze te kweken en ze te voeren ‘so don’t feel sorry, they don’t belong on Tasmania’. We zijn ook nog achter de tanks wezen kijken, waar nog een heel groot bad is waar ze in rond kunnen zwemmen. Er wordt ook veel research gedaan. Je kunt úren naar deze diertjes kijken, ze doen me aan de speelsheid van otters denken. En het voordeel van dit is, dat je ze ook onder water kunt bekijken, niet alleen vanaf het wateroppervlak. Vervolgens ging de toch nog door een vlinderhal en daarna door een creepy-crawly. Ik heb nog even een Blue Tongue Lizzard op m’n hand gehad, hij voelde koud aan maar je kon z’n brede blauwe tong mooi van heel dichtbij bekijken. In Seahorse World bleken mooie aquaria te zijn met heel veel soorten zeepaardjes, wat een bijzondere schepsels zijn dat toch, met zo’n propeller-vinnetje op hun rug en twee piepkleine vinnetjes naast hun wangen. Helaas was het verboden foto's te maken. De Yellow Seahorse heet zo, omdat ‘ie geel wordt geboren maar al heel snel worden ze zwart. De Western Australian Seahorse is de snelst verkleurende vis (binnen 24 uur) en die kleurt in het hele scala behalve blauw en groen. In één en het zelfde auqarium zwommen ook rode, oranje, gele en donkergekleurde exemplaren. En er waren ook hoogzwangere zeepaardjes, maar dat zijn dus de mánnetjes: De vrouwtjes leggen hun eitjes in de buik van het mannetje. Kijk, dát is nou eens een gouden greep van de evolutie! 18 graden is de meest ideale temperatuur voor het rijp worden van de jonkies, maar het centrum kan door middel van een temperatuurverlaging van het water de zwangerschappen tot 3 maanden oprekken als er al teveel jonkies zijn. Normaal worden er 200 tot 500 jonkies tegelijk geboren, maar ze hebben hier een record van ruim 1100 jonkies uit één zeepaardje! Een volgende hal bevatte grote tonnen met duizenden jonkies, eerst van pieperdepiep klein tot iets grotere friemeltjes. Ze worden gevoerd met larven, die het centrum zelf opkweekt vanuit gedroogde eitjes. Hoe groter de jonkies, hoe groter de larven die gevoerd worden. Dit centrum is het enige ter wereld waar zeepaardjes gekweekt worden (voor b.v. aquaria) en voor onderzoek (in samenwerking met de Universiteit van Tasmanie). Al met al hebben ze hier zo’n 40.000 zeepaardjes. In Exeter is een bakkerij met een houtoven van meer dan 100 jaar oud. In de bakkerij alleen maar heerlijkheden, prachtige carrotcakes en nog veel meer zoet lekkers, maar ook een heel scala aan hartige pies en daarvan hebben we lekker gegeten, samen  met een Willie Tasmania Smoothy. Richting Devenport zagen we de zee weer in de verte, heuvelhellingen in de meest gecombineerde kleuren groen en al gauw ook witte papaver velden. Zoiets hadden we gisteren ook al gezien maar hier zag je regelmatig van die grijs-groene velden met witte bloemen. Later vandaag lazen we dat hier op Tasmanie 50 % van de wereldproductie aan papaver voor morfine en codeïne wordt gekweekt. Dit mag alleen worden gedaan door geselecteerde en gecontroleerde bedrijven.
We zijn de stad ingereden om de Aboriginal petroglyphs te bezoeken. We vonden ze niet echt duidelijk, het is dat er uitleg bij was maar goed, ze zijn wel 8.000 tot 12.000 jaar oud. De uitzichten vanaf dit punt was fantastisch.


uitzicht naar het westen vanaf de vuurtoren. klik op de foto voor een grotere foto

Natuurlijk helpt die bijna strakblauwe lucht daar ook bij maar de kliffen en het eilandje in de verte, de ‘pancake-rocks’ van dolomiet-vulkanisch gesteente, de choppy zee, de knal witte vuurtoren met rode banen, het opspattende zeewater tussen de steile rotsen, het was werkelijk prachtig mooi. Daarna bezochten we het bijbehorende, kleine maar leerzame museum. Er werd uitgelegd dat Tasmanie zo’n 43.000 jaar geleden nog aan het vasteland van Australie door middel van een landbrug en dat de huidige kustlijn sinds 9.000 jaar bestaat. Ook informatie over de leefstijl en de jachtmethoudes van de Aboriginals op Tasmanie en hun deportatie naar Flinders Island, waardoor in feite het gros van de originele bevolking uitgemoord werd. Opvallend was de opmerking in het gastenboek van een Australisch vrouw: Why can’t our MP say ‘sorry’?
Na een wijntje in de gastenlounche van ons B&B zijn we langs de rivierover naar het centrum gelopen. Je wandelt onder grote bomen door, enerzijds hoor je merels en zie je musjes, anderzijds krijsen de parkieten boven je hoofd. De grote Spirit of Tasmania II kwam langs varen, een grote veerboot uit of Sydney (waar we een van de drie schepen gezien hebben) of uit Melbourne. We zaten in de gastenlounche te tikken / lezen met koffie en de heerlijke bonbons die ik gisteren in Launcester heb gekocht. In de ontbijtkamer knipperen vrolijk gekleurde slingers kerstlichtjes. Even later klonk luid de toeter van de Spirit of Tasmanie al weer en vijf minuten later kwam ‘ie hier vlak voor onze B&B statig voorbij varen, indrukwekkend!


De platypus beter bekent als het vogelbekdier, klik op de foto voor meer foto's
Terug naar boven

Woensdag 22 december, de noordwestkust

Het zonlicht is stralend aanwezig vandaag. Het centrum toon rustig, ietwat kaal alsof ze het wel proberen maar het op een of andere manier niet lukt om er iets écht gezelligs van te maken. De postbode liep rond met rendierhoorns op haar hoofd en klingelende kerstbelletjes in haar oren. Twee oudere dames hadden kerstslingers rondom hun hoedjes gedrapeerd. Het was opvallend helder weer. Het donkere zeewater contrasteerde op de horizon scherp met de lichtblauwe lucht. Het was zelfs zo dat je stapelwolken van onder de horizon op kon zien komen, helemaal geen zeedamp of zo.
Onze eerste stop was bij de Bradding Lookout: Daar was uitleg over de teelt van de papavervelden en de teelt van de Pyrethrum Daisy, waarvan we ook hele velden van hebben gezien. Ze blijken geteeld te worden voor de natuurlijke incecticiden-olie van deze bloemen. Ook verder nog uitleg over de groenteteelt op deze rijke, vulkanische grond. Ook wordt er gesproken over de Koomen familie, die hier een tulpenbedrijf hebben opgezet. De diepblauwe lucht boven onze hoofden is kraakhelder, het uitzicht over het patchwork van kleurige velden op de heuvels is prachtig, wat mekkerende geitjes voor ons, vogelgezang en even verder de monding van de Forth River.


zicht op de Forth River vanaf de Bradding Lookout, klik op de foto voor een grotere foto

Voorbij Ulverstone gingen we het strand op tegenover Goat Island. Het hele gebied van Noord Tasmanie blijkt geologisch juist heel interessant te zijn want er botsen hier twee tectonisch platen volgens de uitleg. Het gesteente blijkt 600 miljoen jaar oud te zijn. Je kunt ook duidelijk twee soorten gesteente op het strand zien liggen: Zwart basaltsteen en bruine rotsen. Op zich zijn het rotsplaten die bij vloed onder water blijken te staan want er zijn heel veel kleine poeltjes. En dat blijken weer hele werelden op zicht te zijn: Kleine rode anemonen staan in de schaduw onder overhangende platen, slakkenschelpjes bewegen langzaam,kabbelende golfjes even verderop waar de zee de rotsplaten raakt, prachtig gekleurde schelpjes op het strand, schuimkopjes op het water zover als je kunt kijken, een stralende zon en een fris windje. Kale rotseilandjes vlak voor de kust en met dijkjes van rotsblokken afgezette pierebadjes aan het strand. Dit is het Three Sisters Goat island Nature Reserve. We vervolgden onze route langs de zee, met al z’n prachtige blauwe en turquoise tinten. En hele veelkleurige, bomvolle bloembedden langs het spoor. Links van de weg staan huizen en het lijkt alsof de bewoners hun tuin aan de rechterkant van de weg tot aan de spoorlijn voortzetten, óveral enorme bossen en struiken met veelkleurige bloemen, dat toont aangenaam! Het stadtje Penguin laat niets aan het toeval over, het dorp laat aan alle kanten zien waar de plaatsnaam vandaan komt: Een enorm beeld in de parkstrook langs het strand, voor de gelegenheid aangekleed in een enorm Santa-pak, overal pinguin beelden langs de straat, uithangborden met pinguins en zelfs op alle vuilnisbakken staat een hele pinguin familie afgebeeld. Oude foto’s verwerkt in tegels op het wandelpad langs het strand, een kleine beschutte baai, een picknickend koppel op het gras wordt omgeven door eenhele kudde hoopvol wachtende meeuwe, mooie dennenbomen op de grasstrook langs het strand en een lief, lichtgeel houten kerkje. Vanaf Burny is de zee een hele tijd glad blauw zonder ook maar één schuimkopje. De stad zelf toont iets minder aangenaam vanwege de industrie langs het water, grote bergen met houtpulp in de haven.
In Wynyard vonden we het Beach Retreat Caravan Park, dat ligt dus echt aan het strand. De ontvangst was bijzonder hartelijk. Zij zijn de nieuwe eigenaren en de mevrouw vertelde dat ze oude meuk gekocht hadden en dat willen brengen op een voor hun aanvaardbaar nivo. De receptie zag er prachtig modern, kleurrijk en smaakvol uit en ze zei dat dit hun standaard is. Er wordt nog volop gewerkt, waaronder aan hun eigen huis en aan de parkeerplaatsen maar wat al af is toont om door een ringetje te halen. Bij aankomst zie je alleen nog maar hun cabins, hun motel-style rooms en de budgetrooms (bunks) maar die staan strak in de verf, smaakvol lichtgeel, mosgroen en rood-bruin geschilderd. Wij gingen voor de motel-style room (hierbij heb je aan één kant buren) omdat je evengoed gebruik kunt maken van de keurig schone keuken en gastenlounche (inclusief uitbundige kerstversiering). Het huisje zelf is in 3-en verdeeld, een knappe slaapkamer met pastelkleurig sprei, een kleine ruimte met keukenblok (het enige dat ontbreekt is een fornuis, magnetron en oven) en een ruimere badkamer dan anders in dit soort huisjes. Alles strak schoon, kleurrijk: Een donkerblauwe en een gele handdoek, blauw met gele stoelen en kristallen wijnglazen. Daarnaast een persoonlijk ondertekende welkomstkaart plus een schriftje voor de commentaren.
Wynyard zelf blijkt rustig en aangenaam over te komen, sfeervoller dan het centrum van Devonport. Bij Boat Harbour Beach kwamen we eerst een prachtig bankje en poortje tegen die ietwat Gaudi-achtig van mozaïk waren voorzien met allemaal zeebewoners. Even verderop kom je bij een ongelooflijk strand. Het zeewater toont supertropisch op het witte zand, maar gezien de neoprenepakken van de zwemmers zal het nog behoorlijk koud zijn. Maar het was een fantastische plek voor onze lunch. Een broodje op een bankje met uitzicht over ongelooflijk turquoise water, een knalwit strand, groene heuvels met hier en daar het vage grijs-groen van de papavervelden en zwarte basaltrotsen aan beide kanten van het strand.


Het idilische strand van Boat Harbour, klik op de foto voor een grotere foto

Daarna reden we naar het Rocky Cape National Park: Een grindpad voerde langs lage bossages langs de kust (waaronder grasstrees met hun uitgebloeide ‘stang’-bloemen). De eerste keer dat we uitstapten kwamen we bij bruine, schots en scheef gelijnde rotsen, bedekt met duzenden pieperde-piepkleine mosselschepjes. Het leek wel een maanlandschap. De vloed moet hier metershoog zijn want er loopt nog steeds water terug naar zee. Even verder was een heel gebied met rotsen met veel banen knaloralje korstmossen. En er tussenin is een strand met scherp gekantelde en scherp afgesleten rotsen in de meest fantastische kleuren: Paars, grijs, aubergine, vaag oranje. Wat een geologische diversiteit is er hier te vinden!


het strand bij Rocky Cape NP, genaamd The Three Sisters Beach, klik op de foto voor een grotere foto

Meer in het westen kwamen we weer terug bij Rocky Cape National Park en daar reden we naar een paar enorm hoge kale heuvels, ze zijn alleen met wat gras bedekt en eentje is dan ook nog een enorme, vertikaal afgesleten klif. Daar bleek een Aboriginal shelter (grot) te zijn. Via een smal pad klommen we tot ongeveer halverwege de rots, die een heel eind de heuvel in bleek te gaan, Vanaf deze hoogte was het uitzicht fantastisch: Je kijkt een heel eind de Bass Strait op, je ziet de vele kliffen en inhammen van de noordelijke Tasmanië kust en je hebt een mooi zicht op de baai met het heldere water beneden en op de rotsen met de banen oranje korstmossen daaromheen. We lazen op een informatiebord dat de korstmossen het hoogteniveau van de normale hoogwaterstand aangeeft, dat moet dan een getijdeverschil van zeker 3 meter zijn!


Zicht naar het oosten vanaf de Aboriginal Shelter, klik op de foto voor een grotere foto

Daarna reden we in de richting van Stanley om daar The Nut te bekijken, een van ver af al duidelijk zichtbare vreemde klif in de vorm van een tafelberg. Een heel vreemd gezicht zo’n vreemde vorm aan zee, 152 meter hoog en van vulkanische oorsprong (en volgens onderzoek 13 miljoen jaar oud). Je kunt er met een stoeltjeslift naar boven of een steile wandeling van een klein half uur maken maar wij besloten om het geheel vanaf een afstand te bekijken. Zo heb je het mooiste uitzicht op de steenklomp zelf. Terug aangekomen bij Wynyard zijn we wél naar de Table Cape gegaan, die volgens de uitleg vroeger een vulkaan is geweest. Bovenop is ‘tie zeg maar vlak, hetgeen veroorzaakt moet worden door het feit, dat dit vroeger een kratermeer is geweest. Er stond een stormachtige wind daarboven, we hadden uitzicht op het strand waar onze camping moet zijn een het rook er héérlijk naar het bloeiende tulpenveld dat net beregend werd. Ook zagen we op een helling een weide met hertjes. We hebben ook nog even bij de kleine witte vuurtoren (1888) gekeken voordat we terugreden naar onze motelkamer in Wynyard. Terug op de camping bleek, dat de rotsplaat die we vanmiddag bij aankomst voor het strand zagen liggen, nu al helemaal onder water ligt. Onder het genot van een wijntje uit een echt kristallen champagneglas (uit onze kamer) plus een eenvoudige doch voedzame maaltijd in het licht van de ondergaande zon hebben we zitten nagenieten van een zomerse dag op de Tasmaanse noordkust.


Onwaarschijnlijk mooie stranden in het noorden van Tasmanië, klik op de foto voor meer foto's
Terug naar boven

Donderdag 23 december, Cradle Mountain

Vanaf Wynyard ging onze route naar het zuiden. Direct vanaf de snelweg kom je op kleine slingerende weggetjes dwars door het akkerbouwlandschap. In Yolla stond een hele grote vlakgeschoren corniferenwand langs de weg, waarin in relief was geschoren dat de plaatselijke school 100 jaar bestaat. Het akkerbouwgebeuren veranderde daarna snel in productiebossen. Vaak helemaal kaalgeslagen, waarbij (gelukkig dan weer) de oude hoge varenbomen zijn blijven staan en er hele rijen nieuwe kweek in plastic zakjes stond. Dan weer ging de weg Slingerend en heuvel op heuvel af door gevarieerd, origineel bos en zelfs dooor stukken dik bebost regenwoud van het Hellyer Gorge State Reserve met enorme varenwanden langs de weg en overvliegende Green Rosella’s, accuut echter weer gevolgd door productiebossen. Amper verkeer op de weg, één tegenligger en een loggerstruck voor ons. De afslag naar de Murchinson Highway betekende een verandering van de weg: Een echte 2-baans highway, breed, soepel asfalt en niet meer zoveel bochten. Veel groen en geel van mossen langs de weg, cornifeer-achtige bomen, veel witte bloemen en ook de bewolking begon te breken.
We besloten eerst naar Cradle Mountain National Park te gaan, dat moet één van dé topattracties van Tasmanie zijn. Na de afslag naar Cradle Mountain steeg de weg snel en veranderde het bos in een soort alpine hoogvlakte met graslanden. We kwamen een bord tegen met ‘overstekende koeien’, dat hebben we al lang niet meer gezien. De wolken hangen laag op deze hoogte, de top van Cradle Mountain gaat schuin. We bezochten eerst het Visior Information Center, vanwaar de gratis shuttlebussen vertrekken die dieper het park in gaan. Omdat we zelf graag overal uit willen stappen gingen we zelf verder met onze auto. De weg verandert vanaf hier in een smalle weg met diverse passage-versmallingen en uitwijk-plaatsjes maar met enorme gave uitzichten en witte irissen langs de weg. We stopten bij de Waldheim hut, helemaal van plaatselijk hout gemaakt door de eerste witte bewoner hier, die er ook voor gezorgd heeft dat dit een Nationaal Park werd. We hebben og een kraai met gele oogjes en een witte baan over de staart en vleugels ‘bevrijd’ uit een houten schuilhut. We hebben er een kleine wandeling door een dikbemost bos gemaakt. Wallabies bij het begin, een klaterend stroompje en vogelgezang rondom, je loopt hier zó het regenwoud in. Het landschap toont als Zweden met die bemoste en begraste hellingen en de boardwalks daar doorheen. Heerlijk, zo prettig fris als het hier is.  Ik wil ál die wandelingen hier wel doen, het is hier zó mooi !


Het uitzicht vanaf de Waldheim hut, klik op de foto voor een grotere foto

We zouden hier makkelijk nog een paar dagen kunnen verblijven. En als je dan uit dat bos komt is het uitzicht over de bergen helemaal weergaloos. Ondertussen wordt het steeds zonniger, dit moet echt een van de 60 droge dagen per jaar zijn, we boffen dus ontzettend. We zijn daarna doorgereden naar Dove Lake, vanwaar we een supergaaf uitzicht hadden op de toppen van Cradle Mountain. Het weer was nu helemaal opgeklaard en het uitzicht op het meer, de hoge bergen vlak voor ons en de groene hellingen was ongelooflijk mooi.


Dove Lake met in het midden Cradle Mountain, klik op de foto voor een grotere foto

We maakten de korte Rainforest Walk met boardwalk, dus erg makkelijk. Mooi uitzicht op de Pencil Pine Creek Falls. Eeuwen geleden stroomde hier een magmastroom, die nu verandert is in een basaltbedding, waarover de rivier nu stroomt. Binnen een half uur is de lucht strakblauw geworden, het is aangenaam fris maar je voelt goed dat de zon kracht heeft. Een hele tijd staan kijken naar drie kraaien met gele oogjes, waar we vlakbij konden komen. Prachtige rode bloemen in een struik. Tegen half drie verlieten we dit prachtige nationaal park. Eigenlijk moeten we hier nog eens terug komen, zo mooi is het hier.
Verder naar het zuiden, voorbij Rosebery bleek er geen stoeltjeslift over de weg te gaan, maar een kabelbaan met mijnbakjes. De weg was af en toe stijl slingerend door de bossen en dan weer wat breder met minder bochten. Van Zeehan hadden we wel wat verwacht, nadat we er over gelezen en mensen gesproken hadden. Maar wat toont het dorp vervallen. Alle gebouwen die je ziet hebben hoognodig een verfje nodig. Het beroemde hotel ziet er ronduit vervallen uit, het lijkt zelfs wel gesloten, het kleine witte kerkje is helemaal afgebladderd en verder zie je alleen maar selcht onderhouden gevels (terwijl het er vanuit de verte wel mooi uitziet). Dit is letterlijk vervalllen grandeur, voor zover die al aanwezig is. Gelukkig schijnt de zon volop vandaag, anders had het er diepdroef uitgezien. De heuvels rondom Zeehan zijn volledig begrast, nergens bos te zien. Daarachter zie je de kale toppen van hoge bergen in het zuidoosten.


Het veranderde landschap bij de kust, minderbomen en in de verte de hoge bergen, klik op de foto voor een grotere foto

Graham heeft Paul wel slechte dingen geleerd en dat ga ik hem nog wel eens mailen: Overal je auto neerzetten onder het mom dat de alarmlichten aanstaan. Zo hebben we heel wat foto’s gemaakt vandaag ! Op een gegeven moment hadden we een gigantisch uitzicht op Ocean Beach: Over een bosgebied heen zie je de enorme golven van de oceaan, vanaf dit uitzichtspunt zeker nog 5 kilometer verderop. Verwaaide schuimlagen vanwege de tegenwind, prachtig groen water. Over de Henty River loopt een eenbaans houten brug waarvan je mag aannemen, dat ‘ie het nog een tijdje doet, maar het rammelde aan alle kanten. Hele denneboombossen met hoge bomen.
In Strahan hebben we onze cruise voor morgen bevestigd, even geveltjes bekeken (dat zijn er echt maar een paar, zo klein is het hier), bij de bakker gevraagd tot hoe laat hij morgenmiddag open is (kunnen we vanaf de boot nog inkopen doen) en een ijsje gekocht. Teruglopend zagen we het wolkendek dat voor morgen verwacht wordt steeds dichterbij komen en uiteindelijk verdween de zon. Al met al bleef de temperatuur nog steeds aangenaam. Nadat ik de was had geregeld was Paul in gesprek met de eigenaar van de camping, die de excuses én een fles wijn kwam brengen omdat er nog rommel in de koelkast was blijven staan en we dit hadden gemeld bij de receptie.


kerstmis vieren we in Strahan, klik op de foto voor meer foto's
Terug naar boven

vrijdag 24 december, Gordon River

100 dagen onderweg!
Vandaag maakten we een cruise over Macquiry harbour en de Gordon River, Tasmania's Wilderness en World Heritage Area Als eerste bezochten we Hells Gate, een nauwe doorgang tussen de brede Macquiry Harbour en de oceaan. Je merkt weinig van de hoge snelheid van de boot maar als je dan buiten op het bovendek staat beneemt de wind je de adem. Ongelooflijk, wat stond er een wind daarboven! En het was droog. Vlak bij de doorgang minderde de boot snelheid, zodat je rustig de paar woningen op de landtong kunt bekijken. We voeren tussen een piepklein eilandje met vuurtoren midden  in de rivier monding en de linker landtong door en zo waren we opeens op de grote oceaan. Je kon goed zien dat de rechter dooorgang niet bevaarbaar was, de golven gingen daar over een brede zandbank heen.Niet echt hoge golven op zee maar wel een behoorlijke deining, zeedamp bij de duinen in het noorden, vreemd om te bedenken dat de gevangenen die naar dit gebied werden gedeporteerd dezelfde heuvels langs de kust zagen als wij nu. Next stop: Argentina! Terug door de Hells Gates naar de Macquiry harbour en eerst hete koffie om de handen op te warmen.


Hells Gate, klik op de foto voor een grotere foto

De rotsen zijn kaal of met grassen bedekt en de boot beweegt amper. Rechts van ons diverse visfarms in de vele inhammen, vaak met een klein bootje erbij. Vorig jaar is hier 3500 ton aan zalm en forel gekweekt. We stopten bij zo’n viskwekerij, een man in een bootje gooide voer in een van de vele kringen en het werd met een heksenketel van jewelste. Normaliter worden de vissen met een soort douche gevoerd, maar voor deze trip gebeurt dat zeker even handmatig. Het was ongelooflijk zoveel vissen er opeens aan het oppervlak verschenen. Vanaf hier raakten de oevers en de heuvels rondom ons dikbebost met hier en daar een klein strandje aan het water. De informatie aan boord was beregoed. Niet alleen kreeg je via de boordtelefoon steeds een hoop informatie aangedragen, ook  lagen er hele mappen met informatie, niet alleen over het World Heritage Area, maar ook over de Aboriginal mensen, flora en fauna, gedroogde blaadjes van bomen keurig gerubriceerd en nog veel meer, zelfs verse kranten! De boot voer echt door beschut water, alleen maar kleine golfjes en geen enkele deining meer, maar we voeren wel naar de donkere lucht toe.
Om 10.30 h kwamen we aan op Sarah Island, waar ooit gevangenen, die in de herhaling waren gegaan, naar toe werden gedeporteerd. En die herhaling hoefde maar piepklein te zijn. Gids John gaf een guided tour langs de restanten van bakstenen huizen en bracht de geschiedenis op een vrolijke manier tot leven, vooral omdat hij zijn verhaal deed aan de hand van mensen die hier echt geleefd hebben en daarbij ook mensen in de groep betrok. De klein voor de bakstenen kwam van 2 kilometer verderop, waar klei langs de rivier was gevonden. En of je niet op de bakstenen restanten wilden lopen 'We don’t have a lot of history, this is all va have got’. Hij verhaalde over de spanningen tussen Ierse katholieken en Engelse protestanten (we know all about it, don’t we). Er stond nog een enorme bakstenen oven met een interne dome van 3 1⁄2 meter. Het schijnt dat slechts één vuurtje bij de ingang door de luchtstroom de gehele enorme oven van gelijke warmte kon voorzien. Hert verhaal was doorspekt met namen en hun onderlinge relaties waardoor het veel meer ging leven. Een van de ontsnapte mannen die naar Hobart liep, had zijn trip dermate goed gedocumenteerd, dat het nu als een trektocht te doen is. Zijn verhaal deed veel herinneringen opwaaien aan het Boek van Gould van James Flanagan, dat zich ook afspeelt in een dergelijke omgeving. Het moet echt een ongelooflijk erbarmelijke toestand hier geweest zijn met zware straffen, dwangarbeid, sadistische leiding en geen faciliteiten. Daarin kwam verandering toen een Schot de leiding over nam. Hij zorgde voor betere behuizing, scholing en een afname van de straffen. Doordat de gevangenen daardoor gemotiveerd werden werd de strafkolonie al vrij snel een economische kolonie met uitstekende scheepsbouw. Ze bouwden hun eigen schepen en verkochten die, plús hun lading Huon Pines.


Sarah Island en een blik op het open water, klik op de foto voor een grotere foto

Even later voeren we de monding van de Gordon River in. Tegelijkertijd werd het buffet geserveerd, waar we ons voor hadden ingeschreven. Het was een keurig buffet, met King Island kaas en Tasmanian salmon en we namen er een lekker wit wijntje bij. Helemaal luxe op Christmas Eve. Het was groen rondom, aan beide oevers een enorm groot gematigd regenwoud, veel Huon Pines vanaf hier. De boot kan heel dicht langs de oevers want de kant gaat steil naar beneden, als een fjord. De rivier is smal hier, een glad wateroppervlak, vogelgezang en alleen maar diepgroene heuvels rondom ons, het bos is in diepe rust en dat is al een aantal eeuwen zo. 20 % van Tasmanie behoort tot deze World Heritage Area en dat is maar goed ook. Wat een bijzonder gebied is dit. De rivier voelt tot op 25 kilometer nog het getijdeverschil, waardoor hier zout water onder zoet water ligt. De slingerende rivier met zijn donkere water, al dat groen rondom ons waar je maar kijkt, het is hier ongelooflijk mooi. Bij een kleine steiger staan bijenkastjes: De Leatherwoodtrees staan in bloei en daarvan wordt een speciale honing gemaakt (er is al een blikje op de post !). Rechts op de heuvelwand worden we gewezen op twee landslides: Eentje is van vorig jaar en toont een hele baan van rotsen, de tweede is van drie jaar geleden: Hij is al helemaal bedekt met grote groene varens.
Er loopt een kleine boardwalkwandeling op het einde van de bootrit, een kleine steiger en je loopt meteen in het regenwoud: Statige bomen, heel veel ondergroei, dikke lagen mos op stammen en op de bodem, crayfish-holletjes in de modder, omgevallen en met mos bedekte bomen die als basis dienen voor nieuwe kleine boompjes. Bordjes met uitleg en het is grappig dat je al een hoop bomen begint te herkennen: De Leatherwood heeft twee tegenover elkaar staande smalle blaadjes en even verderop werden we gewezen op hun bloemen, die een beetje op aardbei-bloemen lijken, ze hebben rode stampertjes van binnen. Zo zie je de Native Laurel, de Myrthyl (van grandma & grandpa), de Sassafran, de Horizontal, de Leatherwood en natuurlijk de boom waar het hier allemaal om draait: De Huon Pine. Even verderop lag een Huon Pine, die twee jaar geleden onder zijn eigen gewicht van twee stammen is omgevallen, hij bleek 2300 jaar oud te zijn. Even verderop stond een bosje jonge Huon Pines, die echter al 80 jaar oud blijken te zijn. De Myrthyl blijkt piepkleine blaadjes te hebben, die lijken op Buxusblaadjes. En de Huon Pine lijkt erg op een cornifeer, die niet al te intens begroeid is. Als andere mensen van de groep wat verderop lopen kun je bijne de stilte horen, op een enkele zoemende vlieg en vogelgezang na. Wat een rust hier, fantastisch. We hebben een  hele tijd in de zon op het bovendek staan genieten van dit ongelooflijk mooie, eeuwige landschap. Zoals ook op een van de World Heritage Area uitlegborden staat: Voor alle generaties, voor eeuwig.
Terug op de kade bezochten we de houtwerkplaats, waar ze ontzettend mooie spullen hadden. Het werd duidelijk gemaakt dat alle Huon hout dat tegenwoordig nog bewerkt wordt, afkomstig is van restanten die in het bos zijn blijven liggen na het houtkapverbod plus hout dat afkomstig is van de stuwmeren. Er stond een mooi beeld van een hangende overall plus pet, dat van één stuk Huonhout was gemaakt, alle plooien erin, het leek van stof gemaakt maar het was van hout, kunstig hoor. We kochten zelf een prachtige Myrthyl schaal (en Huon onderzetters). Het postkantoor waar we het laatste postpakket verstuurden, blijkt privébezit te zijn. De meneer achter de balie gebruikte nog gewichtjes in plaats van een weegschaal (echt waar, het bestaat nog) en ondertussen gaf hij iedereen, die binnenkwam, zijn of haar post mee. Hij kende iedereen bij naam, fantastisch, echt een piepkleine gemeenschap hier.


The Gordon River World Heritage Area, klik op de foto voor meer foto's
Terug naar boven

Zaterdag 25 december, kerstdag, Mount Field National Park

Terwijl het buiten regende zaten wij aan ons kerstontbijt van warme croissantjes en een soort cake-kerstbrood. Maar al gauw kwamen er blauwe stukken lucht in beeld en toen we wegreden was het al droog. Direct uit Strahan klimt de weg hoger en gaat slingerend door bosgebieden heen. Zodra de zon scheen, sloeg de damp in hele kolommen van het wegdek. Wolkenslierten met tegenlicht tussen de bomen. Dan weer reden we door productiebos, dan weer door een National Reserve, het verschill is steeds direct te zien, de originele bossen zijn veel gevarieerder en er staan enorme varenplanten langs de kant van de weg. Vanaf een uitzichtspunt zagen we de wolkenslierten optrekken vanuit het dal tussen de groene heuvels, stilte rondom, alleen vogelgezang. Onderweg kwamen we ook amper eens een auto tegen. Queenstown bleek een grote teleurstelling. Hadden we gisteren op de boot gehoord, dat de King River de meest vervuilde rivier ter wereld was (alle chemicaliën die in de mijnbouw werden gebruikt, werden zonder enkele filtering zo in de rivier geloosd), je bek valt open van hoe hier het landschap is geruïneerd: Allereerst ruik je al dat je in de buurt van Queenstown komt, het stikt buiten en het deed ons denken aan rotte eieren. Vervolgens blijken alle heuvels in de wijde omgeving volledig, en dat is werkelijk tot op het bot, hé-le-maal kaal te zijn. Ik kan het alleen omschrijven als diep, díép deprimerend, intens droef en heel naargeestig. Een verwond landschap. Het kleurenscala van de kale rotsen is enorm: Van roodbruin via oranje naar knal zwavelgeel (roken we dat misschien) en vervolgens via groen-grijs, zelfs blauw-grijs naar donkergrijs. Doorkliefd met diepe erosie-geulen met wijde vertakkingen. De witte rotsen leken wel nat gips, zo volledig verweerd voelde het aan, ik verpulverde het zo tussen duim en wijsvinger. Wat is dit een onvruchtbaar gemaakte, kale en afschrikwekkende omgeving.


In Queenstown staan gelukkig nog wel een paar mooie gebouwen, klik op de foto voor een grotere foto

Godzijdank is de World Heritage Area niet ver van hier
En inderdaad, tien minuten later reden we dit enorme gebied in, de weg gaat er 56 kilometer in de breedte doorheen, maar in lengte is het nog veel groter. Al met al beslaat het World Heritage Area 20 % van Tasmanië, gelukkig worden daardoor behoorlijke arealen oerwouden beschermd. Dik beboste groene heuvels rondom ons met hoge bergen daarachter. We maakten een kleine wandeling naar de Nelson Falls, je loopt meteen in het regenwoud, de regen druppelt hier nog na vanuit de hoge bomen, een klein klaterend stroompje langs het pad, bruin maar superhelder water. Leuk om nu al bomen te kunnen herkennen aan hun blad. Het vogelgezang rondom klinkt hol. Nelson Falls zelf blijkt een enorm hoge wand met echte watervallen te zijn, een bruisende waterval en rugelend water tussen de rotsblokken. En teruggekomen bij het begin van het pad kwamen ons zware bloemengeuren tegemoet.
King Willams Saddle blijkt de geologische scheidslijn van Tasmanië te zijn. Dolomietgraniet in het oosten, quartziet in het westen. En bovendien ook meer regen in het westen. En dat  klopte, we kregen steeds meer blauwe lucht en vanaf daar hebben we nog maar één buitje gehad. Daarna een grote hoogvlakte met graslanden in groen, bruin en oranje en zeeën van die witte iris-achtige bloemen omgeven door bossen eucalyptus bomen met hun witte stammen. Het toont als een savanne landschap terwijl het best fris is buiten, we denken dat het maximaal 10 graden is op deze hoogte.


we rijden vanuit de bossen het landbouwgebied weer in, klik op de foto voor een grotere foto

Omdat het nog maar tegen 17.00 h was toen we aankwamen in Mount Field National Park, zijn we meteen het park ingegaan. Je loopt meteen tussen grote bomen, vooral de Eucalypt Rernant, beter bekend als Swamp Gum, de grootste bloeiende ‘plant’ op aarde. Een in 1965 omgezaagd exemplaar (vanwege gevaar van omvallen op het pad) bleek 250 jaar oud te zijn.
Russells falls blijkt een gigantisch mooie waterval te zijn. Heel breed over hoog opgestapelde horizontale afzettingslagen (tot 250 miljoen jaar oud !) valt het water in etages naar beneden. Dit is wel een van de mooiste watervallen die ik ooit gezien heb, wát een plaatje ! Daarna liepen we naar de bovenloop, waar het bijna verbazingwekkend is, dat zo’n kleine waterstroom zó’n enorme waterval tot gevolg kan hebben. Even verderop, stroomopwaards, kom je nog bij de kleinere Horseshoe Falls. Vanaf daar liepen we door naar de Tall Trees Walk. De wind doet de hoge bomen heel langzaam heen en weer bewegen, waardoor je in deze stilte steeds klagelijk piepen, langzaam kreunen en zelfs zachtjes loeien hoort. Af en toe keek ik gewoon even om me heen, wat hoor ik nú weer. Mooie omgeving voor spookverhalen bij volle maan licht! Kennis gemaakt met een Clinometer om zelf de hoogte van een boom te meten, die blijkt 79 meter hoog te zijn en mogelijk al 400 jaar oud. Het gros van de bomen hier is zo’n 70 jaar, opgekomen na de enorme bosbrand van 1934, maar een groot aantal enorme bomen, die de brand hebben overleefd, is nog fors ouder. We passeerden zelfs een boom die doodgegaan is tijdens die bosbrand, maar die pas een paar jaar geleden is omgevallen. Wat een groene oceaan is dit, genieten ! Om ons heen hoor je regelmatig Kookaburra’s kwetteren ( we hebben ze zelfs kunnen bekijken door de verrekijker), en we hebben een paar keer een Tasmanian Pademelon gezien (een kleine soort wallaby, uniek voor Tasmanië), zelfs een moeder met jong! Bijzonder!


Hele pretttige kerstdagen! Klik op de foto voor meer foto's
Terug naar boven

zondag 26 december, Boxing Day, Mnt Field en Hobart

We zijn vanmorgen meteen het park weer ingereden en 16 kilometer over een onverharde, langs de steile bergwanden slingerende weg naar het einde van de weg gereden. Je rijdt de  hele tijd door het bos, hoge half gestripte bomen(de eucalyptussen) om ons heen. Een Echidna langs de weg gezien en net zo lang gewacht tot ‘ie z’n koppie weer uit z’n stekels stak, zodat ik z’n lange snuit kon fotograferen. Bij een uitzichtspunt over heiïge heuvels met landbouwvelden in flets zonlicht kregen we een heel krasconcert van witte Sulphur Crested Cockatoos (vallen mooi op in al dit groen), knalgroene Lorrekeets en Green Rosella’s (die laatste twee zie je alleen als zo overvliegen). Wát een kabaal kunnen die vogels maken zeg, maar wel ongelooflijk om ze zo te kunnen horen. Je verwacht dit soort tropische vogels eigenlijk niet bij dit soort lage temperaturen. Op een gegeven moment kwamen we op een hoogvlakte bomvol allerlei kleuren heideplanten (Moor wordt het hier genoemd). En op de hogergelegen hellingen van Mount Field zagen we nog stukken bedekt met sneeuw! Hoge rode sneeuwstokken staan langs dit stuk van de weg. Daarna duik je het bos weer in. We hebben daana de wandeling rondom Lake Dobson gemaakt, die ook voor een deel langs de Pandanni Grove gaat. Wel gekeken in dit superheldere water naar platypusses maar helaas, waarschijnlijk heb je de meeste kans in de schemer. Het was werkelijk hartstikke koud, maar zó heerlijk om hier te lopen. Schone frisse lucht, helemaal goed. Heel veel verschillende vogels aan het gezang te horen. Wij op zoek met de verrekijker, soms prrrrrrrt, vlak langs ons heen. Vogels (waarschijnlijk honey-eaters) die uit de breed-uiteenstaande, rode bloemen eten. Kleine bruine vogeltjes een geel-groene vogels met een lange, scherpe bek. Een kleine vogel met een wit befje, omgeven door 3 zwarte ovalen en een gele vlek op de vleugel (help, ik moet een vogelboek kopen !). Heel veel Pandanus-achtige, of Yucca-achtige palmen, sommigen volop in bloei met grote rode bloemen. Overal gerugel van kleine waterstroompjes, soms met kleine houten bruggen eroverheen. Een in het groen verborgen accomodatie-hut van de Hobart Walking Club. En overal staan planten in bloei, niet alleen de palmen en de andere rode bloemen, maar allerlei heide-achtige planten staan bómvol pieperdepiep kleine bloemetjes. De bomen lijken af en toe wel gemarmerd, zoveel kleuren hebben ze op hun stammen. En de stilte hier, alleen maar vogelgezang en watergerugel. Wát een rust. Wát is het hier aangenaam. Ook op de terugweg nog even gestopt bij het Moor-land, er schijnen hier 30 verschillende  heide-soorten te groeien en we zitten hier op 1070 meter hoogte.
Het is vanaf hier niet ver naar Hobart, een vrij slingerende weg door akkerbouwgebied, eerst nog een smalle Derwent River gepasseerd, later wordt hij al snel breder. Een bui ten zuiden van Mount Wellington, die al van veraf te herkennen is en van Hobart vallen vanuit de verte de woonwijken op, die de heuvelhellnigen opkruipen, scherp afgetekend tegen de resterende groene bossen. Omdat eerste kerstdag op zaterdag viel, wordt de Salamanca Market vandaag gehouden. Daar liepen we dus al rond half 1. Het blijkt er gezellig druk, niet overcrowded. Maar echt speciaal is de markt niet, hier en daar wat Tasmaanse producten zoals hout, honing en lavendelzeep maar ook dames die in de zestiger jaren zijn blijven hangen. Hier en daar een hoog alternatief hippiegehalte vanwege de Indiase kleding en glimmende sieraden.
Op de TV volgenden we de zeilrace van Sydney naar Hobart, die vanochtend van start gegaan is. Met dit uitzicht (we zitten hier ongelooflijk mooi) zouden we wellicht morgenochtend de eerste zeilboten kunnen zien arriveren, afhankelijk van het tijdstip waarop ze vanuit Sydney vertrokken zijn. Verder zijn er items over de Boxingday Sales, bijna hysterische taferelen bij grootwinkelbedrijven, die vanochtend om 07.00 h zijn opengegaan en waar mensen nóg meer dingen gekocht hebben. Men voorspelt dat er veel mensen in februari in financiële problemen zullen komen. En er wordt nóg kouder weer voorspeld, met een sneeuwwaarschuwing voor gebieden boven de 800 meter! Nog een dag langer in Mount Field gebleven en we hadden door de sneeuw gereden! Ongelooflijk, je hebt hier inderdaag vier seizoenen op één dag!!! Wát een heerlijk eiland is dit toch!


Salamanca Market op Boxing day in Hobart, klik op de foto voor meer foto's
Terug naar boven
Klik hier voor het vervolg in Victoria
.